📜 Het verhaal achter paneel 3: Hulp in oorlogstijd
Op deze pagina lees je het verhaal achter Paneel 3: Hulp in oorlogstijd – Parochie Rossum.
Tijdens de Hongerwinter van 1944-1945 werd het westen van Nederland zwaar getroffen door voedseltekorten. Duizenden mensen trokken naar het oosten op zoek naar hulp.
De parochie Rossum speelde hierin een belangrijke rol. Onder leiding van de in 1944 opgerichte
‘Commissie 1945’ werd grootschalig voedsel ingezameld, werden vluchtelingen opgevangen en vonden ruim 250 kinderen uit het westen tijdelijk onderdak bij Rossumse gezinnen.
Daarnaast lees je hoe boeren, burgers en de kerk samenwerkten om evacués, onderduikers en vluchtelingen te helpen met voedsel, kleding en onderdak. Op 2 april 1945 werd Rossum bevrijd en kon de wederopbouw beginnen. Hoe verliep deze grootschalige hulpactie? En welke impact had dit op de gemeenschap?
Hulp in oorlogstijd in de parochie Rossum
Oorlogswinter 1944-1945
We weten allemaal dat de Hongerwinter van 1944-1945 een drama was voor Nederland, met name in het westen en midden van het land. In de grote steden zoals Rotterdam, dat toch al zwaar was geteisterd, Amsterdam, Den Haag en Utrecht was vooral de voedselnood schrijnend hoog. Noodgedwongen trokken de bewoners met fietsen, trekwagentjes of zelfs lopend de IJssel over op zoek naar voedsel in het oosten. Later, toen ook dat onvoldoende bleek, zochten velen onderdak bij boeren en burgers, in de hoop daar de oorlog uit te zitten. Vooral kinderen werden via georganiseerde acties tijdelijk opgevangen bij gezinnen in veiliger gebieden.
Toen in september 1944 het zuiden van Nederland werd bevrijd, leefde de hoop dat de rest van het land snel zou volgen. Helaas slaagden de geallieerden er niet in om op te rukken naar het noorden, met alle gevolgen van dien.
George Bootsma (1885-1965), van 1916 tot 1923 directeur van zuivelfabriek ‘De Eendracht’ in Rossum en in 1944-1945 wonend in Utrecht, hield tijdens de Hongerwinter een dagboek bij waarin hij de situatie nauwkeurig beschreef. Hij noteerde onder andere hoe het rantsoen van aardappelen op de voedselbonnen maandelijks afnam, waardoor leeftochten naar Oost-Nederland noodzakelijk werden.
Mijn oom Dick Meeles (1920-2002), geboren en woonachtig in Rotterdam, hield van juli 1944 tot september 1945 bijna dagelijks bij hoe de situatie in de stad was. Hij noteerde het dagelijkse weer, zijn bezigheden, maar vooral het voedseltekort. Wekelijks werd het minder, soms was er helemaal niets. Daarom trok hij samen met zijn broers en zus regelmatig op leeftocht.
In het voorjaar van 1945 keerden zijn zus en twee broers terug van een succesvolle voedseltocht naar Twente. Via deze tocht kwamen ze in contact met de familie Wolbert in Noord-Berghuizen. Dit leidde ertoe dat Dick Meeles in 1947 trouwde met Gerda Wolbert (1926-2016).

Parochie Rossum: Kerk en samenleving met voldoende voedsel in oorlogstijd.
Rossum biedt hulp
Ook het dorp Rossum, gelegen in het oosten van de gemeente Weerselo, krijgt – net zoals andere steden en dorpen – te maken met mensen die langskomen om voedsel te bemachtigen. Door de agrarische omstandigheden is er hier nauwelijks hongernood. De grote boeren hebben voldoende voedsel en ook de kleinere boeren, met een groentetuin, enkele koeien op stal, een paar varkens in het schot en kippen in de ren, zijn gewend om zoveel mogelijk in hun eigen voedselvoorziening te voorzien. Zelfs burgers hebben vaak een volkstuin. Waar mogelijk wordt hulp geboden.
Wanneer Rossum op 2 en 3 april 1945 wordt bevrijd en op 5 mei 1945 officieel een einde komt aan de oorlog, blikt de in september 1944 opgerichte ‘Commissie 1945’ terug op de gebeurtenissen. Dit gebeurt via een verslag met de titel “Hulp in Oorlogstijd Parochie Rossum”. Het verslag wordt gedrukt in een klein boekje van 9,0 x 12,5 cm, bestaande uit 11 pagina’s, en wordt verspreid onder de inwoners van Rossum.
In de inleiding van het verslag staat:
“Veel is er van de bewoners van Twente gevraagd en ook onze parochie heeft een werkzaam aandeel gehad in de hulp aan anderen op alle mogelijke gebieden. Nooit tevergeefs hebben wij een beroep gedaan op Uw hulp en nu alles grotendeels voorbij is, menen wij, dat u recht heeft om te weten wat er in onze parochie is gedaan voor de slachtoffers van de oorlog. Een kort overzicht moge U dat duidelijk maken.”
Dit werkzame aandeel was aanzienlijk. Hieronder volgen de gebeurtenissen in chronologische volgorde, zoals beschreven in het verslag.

Voorzijde van het boekje.
Commissie 1945
Nadat in september 1944 de Aartsbisschoppelijke Hulpactie werd opgestart, werd in Rossum een speciale commissie benoemd. In deze commissie hadden zitting:
- Kapelaan H.J.A.M. Wansink (waarschijnlijk ook de schrijver van het verslag)
H. Wansink,
van 1943 tot 1945
kapelaan te Rossum. - G.L. Bossink
- J. Hutten
- H. Oude Hassink
- G. Derkman
- H. Ensink
- B. Diepenmaat
Voor specifieke acties werden hieraan toegevoegd:
- P.J. Stegge
- H. Hobbelink
- H. Leferink
- J. Hesselink
- J. Vrielink
- B. van Benthem
De parochie werd ingedeeld in sectoren en iedereen kreeg bezoek. In het verslag staat vermeld:
“Ook de weinige protestantse gezinnen werden ingeschakeld en deze hebben steeds trouw hun medewerking gegeven.”
Een eerste collecte, voorgeschreven door de aartsbisschop en gehouden in de kerk, bracht f 2037,50 op.
Twee fraters uit Utrecht gingen op eigen initiatief enkele dagen rond in Rossum en verzamelden bij ongeveer dertig gezinnen:
- 27 mud aardappelen
- 25 mud rogge
De commissie was echter niet gelukkig met deze soloactie. In het verslag staat:
“Maar: Wat is dat voor zovelen? Later bleek dat de voorraad in andere (goede) handen terecht was gekomen, maar voor het goede moet je nu eenmaal iets over hebben.”
In januari 1945 werd het werk van de Commissie 1945 door de Duitse bezetters verboden. Als reactie hierop werd een semi-officiële instelling opgericht: het I.K.O. (Interkerkelijk Overleg).
Het I.K.O. wist veel voedsel te verzamelen en kon via de P.H.B. (Plaatselijke Bureauhouder, gevestigd in de school te Lemselo) en de Provinciale Voedselautoriteiten het voedsel veilig transporteren naar het westen van Nederland.
Een tweede collecte in de R.K. Kerk te Rossum bracht f 1818,50 op.
Maar de situatie werd steeds ernstiger.
Op 18 februari 1945 kwam kapelaan F.J.B. Koopmans uit Utrecht preken. Hij schetste een indringend beeld van de verschrikkelijke situatie in zijn parochie.
Als gevolg hiervan bezocht de Commissie 1945 binnen drie dagen alle parochianen en werden door burgers getekende lijsten aangelegd met voorraden die zij konden missen. Deze voedselvoorraden werden vervolgens bezorgd bij de A.B.T.B. te Rossum.
De opbrengst
De uiteindelijke opbrengst van de actie was indrukwekkend en bestond uit:
✅ 5485 kg aardappelen
✅ 897 kg haver (die op de A.B.T.B. ter plekke werd geplet tot havermout)
✅ 82 kg spek
✅ 2400 eieren
✅ 87,5 kg erwten en bonen
✅ 176 kg wortels
✅ 15 worsten
✅ 75 kg koolrapen
✅ 36,5 flessen olie
✅ 113 kg brood
✅ 25,5 kg havermout
✅ 10 blikken vlees
✅ 21,5 kg grutterswaren
✅ 2 zakken melkpoeder
✅ 10 pond boter
Deze grote hoeveelheid voedsel speelde een belangrijke rol in de noodhulp voor mensen die in het westen van Nederland ernstig leden onder de hongerwinter.

Detail uit het boekje.
Hulp aan kinderen in nood
Alle ingezamelde goederen en voedselvoorraden gingen direct naar kindergaarkeukens, zieken, jonge moeders en ouderen in de zwaar getroffen gebieden.
Maar het aanhoudende voedselgebrek en het ontbreken van vaders en jonge mannen, die door razzia’s waren afgevoerd of ondergedoken, maakten het noodzakelijk om kinderen tijdelijk elders onder te brengen.
Ook de parochie Rossum kreeg het verzoek om kinderen op te nemen.
Een eerste inventarisatie leverde zeventig beschikbare plaatsen op, minder dan de organisatie had gehoopt.
Op 1 maart 1945 werden met koetsen van boeren uit Rossum de eerste 58 kinderen opgehaald in Delden.
🛤️ Vier dagen waren ze onderweg geweest.
😔 Hun toestand was erbarmelijk.
💔 Hun lichamen waren zo verzwakt dat ze nauwelijks voedsel konden verdragen.
Maar de nood bleef groot. In de maand maart 1945 kregen maar liefst 250 kinderen onderdak in de parochie Rossum.
Daarnaast kwamen er veel evacués uit Hengelo, dat zwaar was getroffen door bombardementen, evenals onderduikers en stakende spoorwegmannen.
De Commissie 1945 wist een partij kleding te bemachtigen, zodat iedereen warme kleding kreeg.
Op paaszondag 1 april 1945 werd zelfs een extra Heilige Mis gehouden, omdat de parochie in korte tijd met 400 personen was gegroeid.
De bevrijding op 2 april 1945
💂♂️ Op Tweede Paasdag, 2 april 1945, reden de eerste Engelse tanks Oldenzaal binnen.
📜 In het verslag van de Commissie 1945 staat beschreven:
“Op 3 april trokken ze Rossum binnen. We waren vrij! Vrije burgers in een vrij land! Weg met de schrik en angst van de bezetting. We kunnen weer op straat zonder gevaar, weer slapen in ons eigen huis, weer fietsen. Het was bijna te mooi om waar te zijn!”
De emotie in deze woorden is voelbaar.
Nazorg: wederopbouw en hulp
Maar met het einde van de oorlog waren voor veel mensen de problemen niet opgelost.
🏚️ Huizen waren verwoest of leeggeroofd.
💔 Gezinnen waren verscheurd.
🛑 Het normale leven moest opnieuw worden opgebouwd.
De bevolking van Rossum hielp mee.
🙋♀️ De meisjes van de Katholieke Actie gingen langs de huizen om goederen in te zamelen.
De opbrengst was indrukwekkend:
✅ 30 lakens
✅ 20 kussenslopen
✅ 54 hand- en theedoeken
✅ Onder- en bovenkleding
✅ 16 moltondekens
✅ Diverse gewone dekens
✅ Een grote partij boerenlinnen
✅ Kinderkleding, jassen en broeken
✅ Wol en een partij stoffen (coupons)
✅ Schoenen
✅ Zes manden gevuld met keukengerei
✅ Meubels: bedden, stoelen, tafels en een kachel
Een derde collecte, voorgeschreven door de aartsbisschop, bracht f. 1468,00 op.
Vertrek van de kinderen
Op 20 juni 1945 vertrok het eerste transport van gezonde en lachende kinderen terug naar Utrecht.
Op 3 juli 1945 vertrokken met drie bussen de overige kinderen naar Schiedam, Rotterdam, Den Haag en Amsterdam.
Zij namen mee:
- Voedsel en kleding uit Twente
- Zelfs konijnen, waar ze op de boerderij voor hadden gezorgd
Het verslag van de Commissie 1945 memoreert:
“Zij waren beladen met goede gaven uit Twente. Zelfs de konijnen vonden een plaatsje bij de grote stapels bagage.”
De Commissie sloot het verslag af met een dankwoord:
“De Rossumse bevolking heeft ons, ondanks de zware omstandigheden, nooit in de steek gelaten.”
“Moge God ons verder helpen, onszelf, ons gezin, ons vaderland in een nieuwe tijd van welvaart en vrede.”
Ondertekend door: De Commissie 1945.
Auteur: Bert Wolbert, Oldenzaal
Bronnen
- Boekje ‘Hulp in Oorlogstijd, Parochie Rossum’ – Uitgave Commissie 1945, najaar 1945
- Foto’s kerk en kapelaan – archief Gerard Voorpostel
- Eerder verschenen in ‘Oet de Boerschopn’ (lente 2015)
Ga terug naar hoofdpagina Herdenkingspanelen | 80 jaar bevrijding Rossum